Spareribs en short ribs: wat zijn de verschillen

short ribs

In naam lijken ze nogal op elkaar, maar toch zijn er meer verschillen dan overeenkomsten te vinden, zo lijkt het. Waar we spareribs al jarenlang kennen, zijn short ribs pas sinds een korte tijd wat meer in opkomst. Misschien heb je ze allebei al regelmatig gegeten, en weet je al lang wat de verschillen tussen beide stukken vlees zijn. Misschien ook niet, en ben je er benieuwd naar. Eén ding is wel duidelijk: het ene ribbetje is het andere niet.

Alles over spareribs

Op de BBQ, maar ook om thuis te laten bezorgen, zijn spareribs al jarenlang erg populair in Nederland. Maar wist je dat dit vroeger helemaal niet het geval was?

Als je het vlees van een varken snijdt, zijn de ribben zo op het eerste gezicht nu niet per se het deel waar je het meest enthousiast over zal worden. Een heleboel bot, met een klein beetje vlees ertussen. Lastig om te snijden, lastig om te eten, weg ermee. Althans, zo werd er jarenlang over gedacht. Een restproduct was het, meer niet. Tot we ontdekten dat juist dit stuk vlees heel mooi en geleidelijk te garen valt, en daardoor geweldig mals vlees op kan leveren. Het zijn namelijk juist al die botten die de warmte goed geleiden, en zo zorgen voor een super gelijkmatige garing. En dat komt de smaak van het vlees ten goede! Het lastige snijden en eten nemen we om die reden maar wat graag voor lief. Sterker nog: we zijn het juist wel gaan waarderen!

Het bereiden doe je het best op de BBQ, waarbij het aan te raden valt om het vlees echt de tijd te geven om op een redelijk lage temperatuur stapje voor stapje te garen. Dat kost wat tijd, maar levert uiteindelijk wel het beste resultaat op.

Maar wat zijn short ribs dan?

Short ribs komen niet van een varken, maar van een rund. Daarmee is direct het grootste verschil duidelijk. We noemen ze om die reden ook wel runderribben, vier ribben van een gelijk formaat, die ook weer vooral goed geschikt zijn om langzaam te laten garen.

In Nederland gebruiken we dit vlees al vele jaren, maar dan wel zonder ribben. Ken je klapstuk, dat vaak in hutspot wordt gebruikt? Dat zijn eigenlijk runderribben, maar dan met de ribben eruit gehaald. Als je het, met ribben en al, langzaam en goed bereid, dan zal je zien dat ook dit vlees (dat we als klapstuk toch als vrij grof en stug kennen) botermals kan worden, en heerlijk weg te eten valt. Niet voor niets beginnen zij in veel andere landen al steeds populairder te worden!